Kort verhaal: Het uur in de minuut

Omdat zij altijd al de tijd boven de ruimte had geprefereerd, kon zij achteraf precies aantonen dat het grootste gedeelte van haar leven zich op de plompe zwartleren bank had afgespeeld die van haar ouders was geweest.

Als er een uur begon, werd haar een groot grenenhouten bureau voorgeschoven met hoge stapels papieren erop, een blocnote en een pennenbakje met potloden en markeerstiften. Op elk van die papieren stonden tussen de honderddertig en honderdvijftig regels in twee kolommen; in de eerste kolom stond een stukje tekst, soms lang en soms kort, en in de tweede kolom stond een tekst die ten zeerste vergelijkbaar was met die in de eerste kolom maar die er op een klein aantal punten van afweek. Toen zij, op een moment dat ongetwijfeld in het verleden lag, voor het eerst deze tafel toegeschoven kreeg, was haar uitgelegd dat zij in elke rij de kolom moest markeren die volgens haar de juiste tekst bevatte. In veel gevallen stond in de ene kolom een grammaticale fout die in de andere was opgelost en was de keuze gemakkelijk. Soms echter was de inhoud anders, en door het volkomen gebrek aan context maakte dat niet zelden dat ze zo erg twijfelde tussen de twee teksten dat ze met behulp van iene-miene-mutte een kolom koos. Als zij een vel papier had afgewerkt, moest zij het in een archieflaatje leggen waar een label met daarop de tekst “GEZIEN” op geplakt was. De luttele minuten die haar per keer werden gegeven waren gemiddeld voldoende om zesduizend tweehonderd drieëndertig vellen papier door te nemen. Dit aantal fluctueerde binnen een bandbreedte van ongeveer veertig boven en veertig onder die zesduizend tweehonderd drieëndertig, afhankelijk van de hoeveelheid tekst in de kolommen en hoe duidelijk de verschillen waren. Ze had geen idee van welk proces haar arbeid deel uitmaakte; zij was echter tevreden met de taak die haar, blijkbaar, was toebedeeld en kreeg nooit de behoefte meer te weten dan precies dat wat er nodig was om deze uit te voeren.

Na exact zeven en een halve minuut werden al deze spullen weer voor haar weggehaald. In de twee en een halve minuut die volgden deed zij razendsnel haar boodschappen voor die avond, kookte, nam een douche en ging naar bed. Wanneer zij alles zo efficiënt mogelijk deed, wist zij soms nog drie of vier seconden over te houden om een boek te pakken en enkele hoofdstukken te lezen zonder haar benodigde twintig seconden slaap te hoeven compromitteren. Zonder uitzondering zorgde zij dat zij op tijd weer op haar zwartleren bank zat om de eindeloze stapels dubbele kolommen door haar handen te laten glijden.

Dit herhaalde zich vier keer per uur en de rest van het uur mocht zij naar eigen wens invullen. De tweeëntwintig en een halve minuut per uur die niet voor haar werden ingevuld, confronteerden haar met een paradox in de tijd waar zij nooit van wist te ontsnappen. De paradox maakte dat deze periode, die haar voerde tot aan het moment dat zij weer met een enigszins omschreven doel op haar bank zou zitten, haar in plaats van opluchting veeleer angst inboezemde. Zij wist dat zij alle minuten en hun seconden optimaal moest benutten, maar tegelijkertijd gingen deze tergend langzaam voorbij. Zij zag vanaf haar bank—want het lukte haar maar zelden van de bank op te staan—hoe buiten een vogel de straat overstak en zij irriteerde zich aan hoe zij de tijd zat weg te kijken, maar zodra zij besloot zichzelf de rust te gunnen om te genieten van de snelle en nauwkeurig gecoördineerde bewegingen van de vogel kon het zomaar gebeuren dat in enkele seconden al de helft van haar vrije minuten was vervlogen.

In het strenge stramien van dit ritme trokken de uren aan haar voorbij. In alle aandacht waarmee zij waarnam in welk tempo de tijd verstreek, merkte zij het discomfort van haar zwartleren bank, dat ervoor zorgde dat zij gemiddeld vierenzestig keer per uur haar houding veranderde, niet op.


Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *